Schrift
De Maya’s hadden een ingewikkeld schrift dat een beetje op de hiërogliefen van de Egyptenaren leek. Het is pas kort geleden helemaal ontcijferd. Sommige teksten zijn daarom nog niet vertaald. Het Mayaschrift is ontstaan rond 200 v. Chr. in Zuidoost Mexico, Belize, Guatemala en de westelijke delen van Honduras en El Salvador. Het bestond uit ongeveer 850 tekens, maar het precieze aantal is nog niet bekend. Vroeger dachten mensen dat de tekens aangaven wat er op stond. Bijvoorbeeld dat een plaatje van een jaguar ook jaguar betekende. Maar dat was niet zo. De meeste tekens waren combinaties van klinkers en medeklinkers. Zo heette de bekendste koning van de stad Palenque, Pacal. Zijn naam kon worden geschreven met drie tekens die de klanken pa-ca-la betekenden Als de laatste letter dan wegviel stond er Pacal. Toch betekenden de tekens soms wel wat het voorstelde.
Ontcijfering
De Spaanse bisschop Diego de Landa Calderón die in 1562 aankwam in Mexico, heeft toen hij daar was belangrijke informatie verzameld die later gebruikt werd bij het ontcijferen. Hij was ook de eerste die begon met het ontcijferen van het Mayaschrift.
Wat schreven de Maya’s op?
De meeste teksten gaan over goden en dingen van het heelal. De Maya’s vonden het belangrijk dat al hun kennis bewaard bleef. Verder schreven ze de namen van koningen en hun vrouwen op stèles. Ook kwamen hier overwinningen en heldendaden op te staan.
Waar schreven ze op?
Allerlei voorwerpen gebruikten de Maya’s om op te schrijven. Steen, hout, aardwerk jade en bot werden allemaal gebruikt om dingen op te schrijven. De inkt die ze gebruikten om op aardewerk en muur te schrijven maakten ze van natuurlijke kleuren, zoals gekleurd zand. Zo maakten ze ook Codices of vouwboeken. Dat zijn een soort boeken van een soort papier. Meestal zijn ze net zo opgevouwen als een accordeon. Dit papier was ook een belangrijk handelsmiddel voor de Maya’s. Het was trouwens eerder schilderen dan schrijven wat de Maya’s deden. Ze gebruikten een soort kwasten en de inkt leek meer op waterverf.
Maar een kwart van de bevolking kon lezen en schrijven. Daarom was het volgens de Maya’s een eer om dat te kunnen. Vaak als een schrijver iets schreef zette hij/zij zijn/haar naam erbij, maar er zijn ook anonieme teksten gevonden. Voor edelen waren er speciale schrijfscholen. Alleen kinderen van rijke ouders mochten daar naartoe. Oudere zonen van koningen volgden daarna een militaire opleiding, zodat ze klaar waren om de troon te bestijgen. Jongere zonen bleven naar de schrijfscholen gaan. Ook vrouwen mochten daar naartoe. Er mochten echter alleen prinsessen en dochters van edelen heen.
De Maya’s hadden heel veel boeken. Hier schreven ze de loop van de sterren in, de kalenderrituelen, stambomen, planten die werden gebruikt als medicijn en zelfs kaarten. Helaas is alles vernietigd door de Spanjaarden toen zij het Mayagebied veroverde. Het enige wat is overgebleven zijn drie codices, waar de loop van de sterren in staat en de kalender. Ook is de Popol Vuh gevonden. In dit boek staat het scheppingsverhaal van de Maya’s.
Cijfers
De Maya’s gebruikten slechts 3 symbolen om te tellen; een punt voor 1, een streep voor 5 en een soort oog voor nul. Deze symbolen werden niet van links naar rechts gelezen, maar van boven naar beneden. Het was heel bijzonder dat de Maya’s iets hadden wat nul betekende. De Maya’s waren niet de eerste met de nul, maar ze gebruikten hem wel beter dan anderen. Grotere getallen werden in kolommen opgeschreven. De onderste rij stond dan voor de enen, de tweede voor de tienen en de bovenste voor de honderden. Als in de bovenste rij één stip stond betekende dat 400, en twee stippen 800 etc.
Kalender
De Maya’s hadden een moeilijk kalendersysteem dat gebruikt werd voor verschillende dingen zoals voorspellingen. Ze hebben ook kalender voor de landbouw, ceremonies en voor het dagelijks leven. Waarschijnlijk bestaan er wel meer dan twintig soorten kalenders. De meest voorkomende zijn de Tzolk‘in of de heilige dagkalender, de Haab en de kalenderronde. Meer volken in hetzelfde gebied gebruikten die drie maar de Maya’s maakten hem ingewikkelder.
De Tzolk’in
De Tzolk’in heeft 260 dagen en werd gebruikt om te kijken wanneer welke ceremonies uitgevoerd moesten worden. Ook werden er voorspellingen mee gedaan, zoals wanneer het best een huis gebouwd kon worden en waar. Of wanneer ze het best een verre reis konden plannen. In het Oosten van het Mayagebied werd de kalender ook gebruikt om de naam van een kind te bepalen.
Deze kalender is niet verdeeld in maanden maar is gewoon 260 dagen. Wel is hij onderverdeeld in steeds 20 dagen, waarvan steeds de laatste dag aan een god was gewijd. De Tzolk’in is niet gewoon een iets korter jaar voor de Maya’s, het is een heilige periode. Een baby zit bijvoorbeeld ongeveer 260 dagen in de buik van zijn moeder en het duurt ongeveer 260 dagen voordat de mais rijp is.
De Haab
De Haab bestaat uit negentien maanden, waarvan achttien bestaan uit 20 dagen en de laatste uit 5 dagen. Daardoor bestaat de kalender uit 365 dagen, net als die van ons nu. De vijf laatste dagen van het jaar werden ook wel de Wayeb genoemd. In deze dagen beschermen de goden de mensen niet meer. In deze periode moesten mensen zich aan een paar regels houden, zodat er geen ongelukken gebeurden. Ze mochten bijvoorbeeld hun haar dan niet wassen. Ook hielden ze rituelen om deze dagen door te komen.
De kalenderronde
Het duurt 52 jaar voordat de eerste dag van de Tzolk’in weer samen valt met het begin van de Haab. Deze kalender telt dus 18.980 dagen. Deze kalender werd gebruikt om langere periodes aan te geven, zoals een mensenleven.
Vijf dagen voor de Haab en de Tzolk’in weer samen beginnen, start de donkere periode. Net zoals de Wayeb in de Haab. Ook dan beschermen de goden de mensen niet meer. De Maya’s hopen dan dat de goeden de kalender weer opnieuw wilden laten beginnen. Om de goden dan tevreden te stellen, voeren ze allemaal rituelen uit. Ze bouwden dan bijvoorbeeld een nieuwe piramide of maakten een al bestaande piramide hoger.
Sterrenkunde
De kalenders zijn gemaakt op basis van de beweging van de zon, de maan en de planeten. Volgens de Maya’s waren alle dingen, zoals de planeten en de zon, goden. De Maya’s konden precies berekenen wanneer en waar bijvoorbeeld de planeet Venus te zien was. Ook konden ze heel precies bepalen wanneer er een zonsverduistering kwam.
In het Mayarijk voerden priesters niet alleen ceremonies en rituelen uit. Ze waren ook sterrenkijkers. Ze zaten meestal in de hoge tempels waar het rustig en stil was. Daar keken ze door de raamopeningen naar het heelal. Ze zochten dan naar goede of slechte voortekens. Maya priesters werden ook wel Ah Kin genoemd, wat dienaar van de zon betekent. Tempels waar ze in zaten waren een soort sterrenwachten.
Venus
Venus was de belangrijkste planeet voor de Maya’s. De planeet Venus kent vier fasen. Alles bij elkaar duurt dat 584 dagen. De eerste fase verschijnt hij ’s ochtends en daar blijft hij 236 dagen zichtbaar. In deze fase heet hij ook wel Morgenster. De planeet is dan heel dichtbij de aarde en lijkt zo groot als een tennisbal. In de tweede fase is hij 90 dagen onzichtbaar. Daarna verschijnt hij als de Avondster aan de hemel in de derde periode. Hij is dan 250 dagen zichtbaar. In de vierde periode is hij weer onzichtbaar. Daarna begint het weer opnieuw.
Maak jouw eigen website met JouwWeb